biologie en wiskunde


proefles biologie:
verschillen onderbouw/bovenbouw:
  1. Boek moeilijker: het is minder letterlijk.
  2. Tempo, veel stof-normaal moeilijk: je moet sneller werken.
  3. Proefwerken: 4 per jaar -> 3hst. per keer, 100 min. per proefwerk. 1 cijfer is van de practische opdracht: alle opdrachten bij elkaar optellen, het gemiddelde is het cijfer en telt even zwaar mee als een proefwerk.
  4. Goed kunnen plannen: je moet meer zelfstandig werken.
  5. practische opdracht die mee telt voor het rapport.

Bij goed zelfstandig werken en op een bepaalde datum alles afhebben krijg je een v-tje (1 per heel hoofdstuk af) bij 3 v-tjes komt er 0,5 pt. bij op een proefwerk, bij minder v-tjes minder punten erbij (dit is alleen in de vierde klas).
Bij biologie, natuurkunde en schijkunde krijg je een binas, dit is een naslagwerk met tabellen en plaatjes die je mag gebruiken bij proefwerken en zelfs bij het examen.

Ik zou zelf geen biologie nemen omdat ik tekenen kies en je maar 1 extra vak kan nemen, maar het lijkt me wel leuk.


Proefles wiskunde:
Waarom?: dat beslissen je ouders en de decaan voral voor je.
Wat?: probleen om te zeggen, als je de woorden geeft weet je niet wat het inhoud, je krijgt een grafische rekenmachine.
Hoe?: ---
Keuze: het is je eigen keus om wiskunde te nemen, je mag wiskunde doen, het moet niet.

CM: wiskunde a/c.
EM: wiskunde a/b.
NG: wiskunde a/b.
NT: wiskunde b.

Wiskunde a: een beetje x en y, maar vooral verhaaltjes.
Wiskunde b: veel x en y + meetkunde (bij natuur en techniek: veel meetkunde en weinig kansberekening).
Wiskunde c: bezig houden met wat je niet kan.

Als ik in de bovenbouw zit dan neem ik wiskunde b omdat dat standaart in het vakkenpakket vaan natuur en techniek zit.

terug naar LOB